Contactoren en relais brengen veel vragen met zich mee, zelfs bij professionals. In dit artikel zullen een aantal van deze vragen beantwoord worden. De meest voorkomende vragen komen over het exacte verschil tussen een contactor en een relais en wanneer deze te gebruiken.
Er zijn ook vele verschillende soorten van contactoren: modulaire contactoren, hulpcontactoren, vacuümcontactoren, motorbeveiligingen en combinatieschakelaars. Elk zal afzonderlijk besproken worden waarbij de verschillen tussen de types en het verschil in gebruik duidelijk zal worden.
Oorspronkelijk werd de term “contactor” speciaal gebruikt voor een robuuste en krachtige relais.
Contactoren zijn elektromagnetische schakelaars die hogere belastingen aankunnen in vergelijking met een relais. Ze worden gebruikt wanneer een hoge spanning geschakeld moet worden (230V/400V) bij vermogenstoepassingen. De gelijkenis tussen relais en contactoren is dat ze alle twee gebruikt worden in sturingen. Contactoren worden vanop afstand bediend. Ze hebben 2 schakelstanden (bij normale toepassingen schakelen ze monostabiel). In tegenstelling tot relais hebben contactoren altijd 2 onderbrekingen per contact. De reden hiervoor is voornamelijk veiligheid en slijtage.
De bouw van een contactor is snel uitgelegd. Deze bestaat uit een behuizing, elektrische aansluitingen, een magnetische spoel, een vaste kernspoel, een beweegbare kern, schakelcontacten en een veersysteem om de contacten te openen.
Er wordt een onderscheid tussen modellen met vermogenscontacten en modellen met hulpcontacten gemaakt. De verschillende modellen kunnen door de cijfers op de contactor geïdentificeerd worden.
Als er ééncijferige getallen (1-6) vermeld staan, is het een model met vermogenscontacten. Deze worden gebruikt om motoren of verlichting te schakelen). Vermogenscontacten, ook wel hoofdcontacten genoemd starten altijd met nummer 1.
Dit betekent dat het eerste contact de nummers 1 en 2 heeft, het tweede contact heeft nummers 3 en 4 enzovoort…
Wat is de reden voor deze nummering?
In de regel worden op de oneven nummers de voeding aangesloten, op de even nummers de verbruiker. Hierdoor kan ook bij ingewikkelde schakelingen of bij schakelingen die jaren in dienst zijn op eenvoudige wijze het overzicht behouden worden.
Tweecijferige getallen (13, 14,…) wijzen op een model met hulpcontacten. Deze worden gebruikt in bijvoorbeeld industriële sturingen. Hulpcontacten, ook wel stuurcontacten genoemd, hebben elk een volgnummer en een functienummer. Het eerste nummer loopt door (volgnummer) en het tweede nummer geeft het type contact aan (functienummer).
Contactoren zullen altijd - binnen milliseconden – de normaal gesloten contacten openen voor ze de open contacten sluiten. Een ander kenmerk is de zogenaamde "vonkkamer". Dit is waar de vonken die zich voordoen tijdens het schakelen worden gedoofd om slijtage te voorkomen.
Algemeen bij contactoren zijn het de contacten die doorgaans onderhoud vereisen. Bij hulprelais is het onderhoud beperkt omdat zij slechts lage vermogens schakelen. Bij contactoren worden de contacten het best regelmatig geïnspecteerd, onderhouden en indien nodig vervangen. Dit omdat de contacten geleidelijk aan zullen eroderen waardoor een correcte werking niet meer gegarandeerd kan worden. Dit is vanzelfsprekend afhankelijk van hoe vaak de in- en uitschakeling gebeurd.
Automatiseer uw processen en activiteiten met Modulaire Contactoren van Schrack Technik
Schrack Technik's hulpcontactoren zijn de aanvulling op uw hoofdcontactoren
Gemonteerde contactorcombinatie - Klaar voor gebruik met Schrack Technik.
Bescherm uw motor met de Motorbeveiligingen van Schrack Technik
Bescherm uw motor van fase-uitval of overbelasting met een thermisch overbelastingsrelais van Schrack.